Filosoferen op Trouptocht met kinderen in Utrecht

Donderdag 20 april mocht een aantal kinderen van de Agatha Snellenschool in Utrecht mee met Vivienne Janssen (het Hoofdpodium) op Trouptocht.

Ze togen richting de trap in het Zocherpark achter het Centraal Museum.
Deze “Vanishing Staircase”, van kunstenares Birthe Leemeijer, is een ecologisch kunstwerk. Het was de bedoeling dat de trap geheel begroeid zou zijn met planten, maar een medewerker van de Gemeente zag die planten per abuis voor onkruid en maaide alles weg. Wat blijft een trap waarvan de treden zo schuin staan dat hij nauwelijks te belopen is. Wat vinden deze kinderen van deze trap, waardevol of waardeloos? Een meisje kende het verhaal over deze trap en zegt dat ie waardevol is omdat er een gedachte achter zit. “Als kunstwerk is het waardevol. Niet als trap” voegt ze eraan toe. “Waarom niet?” “Je gaat helemaal niet echt omhoog, je zou hier ook zonder trap omhoog kunnen lopen op deze heuvel. Pas als ie echt naar heel hoog zou gaan is ie als trap waardevol” antwoordt ze. Een jongen zegt: “Nou, je kunt er goed je kuitspieren mee trainen en je evenwicht erop oefenen.”
“De trap is niet waardevol voor baby’s, die kunnen er niet op. Maar de plantjes zouden dat wel zijn, want die maken zuurstof en dat is waardevol voor baby’s. ”
De kinderen concluderen dat de wereld wel zonder deze trap kan.
”Zou je deze trap in huis willen?”
“Nee” roepen ze in koor! “Want het is niet een echte trap, dan struikel je steeds.”
“Maar wat is het nou: een trap of een kunstwerk?”
“Een kunstwerk,” roept een jongen. “Je kan er niet echt gewoon op lopen.”
“Maar is hij dan als kunst misschien wel waardevol?” vraagt Vivienne nog.
“Misschien als er hier iets bijzonders was gebeurd. Als Napoleon hier was geweest of zo. Er hadden hier ook plantjes kunnen groeien zonder die trap, dat was beter geweest. Nu is het een mislukt kunstwerk.”

 De aandacht ebt weg en dus neemt Vivienne ze mee naar de achterkant van het Centraal Museum. Ze staan voor een muur met raam met een kijkgaatje. Daardoorheen kun je één schilderij zien.
“Is de achterkant van dit museum waardevol?”
“Ja, anders heb je een gat” zegt de één.
“Ja, dan zou het museum instorten, het beschermt de binnenkant” beaamt een ander.
“Voor een dief is ie waardeloos, want als ie er niet was kon die dief makkelijk schilderijen stelen.”

“Zijn alle achterkanten waardevol?”
“Voor een potlood of zo niet” zegt een meisje. “Als je daar de achterkant afbreekt, kun je er toch nog een hele tijd mee doen.”
“En wat gebeurt er met die achterkant dan?”
“Ehm, dat kan je ook nog als potlood gebruiken”.

Ze krijgen allemaal een reuzenpincet om iets op te pakken van de grond in het park. Er ligt afval, stukjes plastic en de grond is bezaaid met dood blad. Eén van de kinderen heeft een heel oud blad van een boom in ‘t pincet. Een jongen die erachter loopt zegt “Dat is zelfs nog waardevoller dan ik.”
“Kun je dat uitleggen?”
“Ja, want zo’n blad zorgt ervoor dat er leven mogelijk is op deze planeet. Zonder dat soort bladeren zouden er geen mensen zijn. En ik dus ook niet.”
“Maar mensen kunnen bomen planten” zegt een meisje “dus dit blad is niet zo belangrijk.”

Kunstenares Sandra Westgeest is ook mee op Trouptocht. Zij maakt kunst van afval.
Als de kinderen wat dingen verzameld hebben leggen ze dat op een groot vel wit uitgerold papier. Wat ligt er nu zoal: een stuk oud blad, stukje tape en een paar stukjes aluminium. Wat vinden ze van die dingen die ze hebben opgeraapt? Er is een stukje vies aluminiumfolie bij. Een meisje wijst: “Dat kun je over een wond plakken.”
“Nee, want het is vies en dan krijg je heel veel bacteriën” werpt iemand tegen.
Ze staan een beetje te kijken en weten niet zo goed hoe nu verder. Sandra pakt een gekleurde sokkel uit haar tas en legt daar het stukje alu-folie op.
“Nu ligt het niet meer plat en kan er een beestje onder schuilen.”
Sandra pakt een groot glas waar plastic afval in zit en doet daar wat water in en begint te roeren. “En nu? Is er iets veranderd?” “Hé plastic soep” zegt een jongen. Sandra stalt wat meer van haar werk uit. Beestjes gemaakt van afval zet ze neer op kleine sokkels. “Insecten” roepen er een paar kinderen.

Waardeloos of waardevol? De kinderen kijken. “Ja je kan er wel mee spelen of zo.”
“Verandert de waarde van het afval door het water of doordat het beestjes geworden zijn?”
“Ja het beweegt en dat is leuk om naar te kijken en je kan er mee spelen”.

Veel verder dan dat komen ze even niet.

Dan komt de schatkist. Wat moet er van de dingen die besproken zijn mee? De trap, de achterkant van het museum, het oude boomblad of nog iets anders?
“De achterkant, want zonder achterkant kan je niet. Dan zou je bloeden. En zonder achterkant zou het museum helemaal open zijn.” Ze knikken.
“Ja, en zonder achterkant is niets een geheel.”
Een jongen loopt naar de zijkant van de achterkant en zegt. “Ja, maar kijk, als dit de zijkant van de achterkant is, waar begint dan de achterkant? En als je een achterkant ervan afhaalt heeft die ook weer een voorkant.” Gepeins alom.
“Dan is het dus iets nieuws met een voor- en achterkant? Dus misschien een nieuw geheel?”
“Ja dat kan toch? Een helft van iets kan toch weer een hele helft zijn?”
“Ok, dus als jij een gekookt ei door de helft snijdt en je houdt één helft omhoog, dan vind jij dat een heel…?”
“Ja, dat is dan toch een hele helft!” “En afval, heeft dat een achterkant?”
Ehm. Nou weten ze het niet meer. De koek is op.

De ‘achterkant’ gaat in de schatkist. Al was het maar omdat het zo’n leuk filosofeer-onderwerp is.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *