Verslag filosoferen met Amsterdamse Kinderraad en Kinderburgemeester

Op uitnodiging van de Week van de Kinderfilosofie konden de kinderen uit de Amsterdamse Kinderraad en de Kinderburgemeester op woensdagmiddag 14 april filosoferen over het thema: natuur. Ook drie kinderen uit de Kindercommissie Oost filosofeerden mee.

Onder leiding van kinderfilosoof Laura Minderhoud ontspon het gesprek zich heel vlot. Zij maakte het leuk, daagde de kinderen uit en scherpte hun denken. Hieronder worden kort een paar hoogtepunten uit de gesprekken weergegeven. In cursief staat de vraag of inbreng van Laura, tussen aanhalingstekens de antwoorden of gedachten van kinderen. De namen van kinderen zijn weggelaten, maar ze hadden allemaal een verrassende inbreng!

Over filosoferen:

Wat is dat eigenlijk?

“Het gaat over vragen waar geen antwoord op is.”

Zijn er regels voor?

“Nee, er zijn geen regels, anders kom je niet op een nieuw idee.”

Kan iedereen het of moet je het leren?

“Iedereen kan het maar je kan het ook leren. Mijn vader heeft het gestudeerd.”

Er zijn wel een paar regels. We spreken bijvoorbeeld af: als je ja of nee zegt op een vraag moet je ook een argument of reden geven. Dus je antwoordt met “ja, want” of  “nee, want”.

 

Er is een Maand van de Filosofie en een Week van de Kinderfilosofie, is dat eerlijk?

“Nee, want veel kinderen zouden het leuk vinden en nu is er te weinig tijd.”

” Het zou andersom moeten zijn, want kinderen hebben veel vrijere idee dan volwassenen.”

Waarom wordt het überhaupt gescheiden denken jullie?

“Kinderen denken minder in waarheid, daarom vinden volwassenen het misschien minder belangrijk. Maar eigenlijk zouden kinderen en volwassenen juist samen moeten filosoferen.”

De kinderen vinden dat hun stem gehoord moet worden en begrijpen eigenlijk niet dat er een onderscheid is tussen de Maand van de Filosofie voor volwassenen en de Week van de Kinderfilosofie voor kinderen. Waarom zit dat niet gewoon bij elkaar?

Wat is natuur?

In een doos liggen allerlei voorwerpen. De kinderen worden uitgenodigd een voorwerp uit te zoeken en te leggen bij ofwel de categorie natuur of de categorie geen natuur.
Als eerste pakt een jongetje een tak. Hij legt die bij natuur.

Waarom is dat natuur?

“Het is natuur omdat het van buiten komt en uit het bos.”

Een ander zegt: “Het is niet door mensen gemaakt, daarom is het natuur.”

Een meisje wil de tak eerst voelen en van dichtbij bekijken. Dan zegt ze: “Het is natuur, want ik zie nu dat ie echt is, dat zie ik aan de binnenkant. Dat is net als bij een mens, dat zit ook aan de binnenkant.”

Hoe zit het met een zakje met zaadjes?

De kinderen zijn het erover eens, dat is geen natuur want daar heeft de mens iets aan toegevoegd.

En hoe zit het met deze twee (Laura toont een tomaat en een blikje tomatenpuree)?

Na wat heen en weer gepraat komen de kinderen tot deze conclusie: “De tomaat in het blikje was ooit natuur, maar de natuur gaat niet die tomaten zitten prakken en in een blikje doen.”

Is het daarom wel of niet natuur?

Een meisje kijkt peinzend, zucht en zegt:” Ik vind filosoferen ook soms frustrerend.”

Waarom?

“Nou ja, op een gegeven moment weet je het niet meer. Dan is er geen antwoord.”

Een jongen denkt mee en zegt: “Het ligt eraan, soms is het open en soms is het dicht.”

“Dat er geen antwoord is, is juist interessant!” roept een ander enthousiast.

Natuur is

De kinderen hebben zich in tweetallen gebogen over een aantal uitspraken. De natuur is..

Mooi?

“Dat vond ik een moeilijke vraag want mooi kan twee dingen zijn, mooi van mooie kleuren en zo, of mooi van goed voor de wereld.”

“Ik denk bij natuur aan bos, en van bomen, daar word ik rustig van.”

Belangrijk?

“Ja, want zonder natuur kon ik hier niet zitten en praten.”

“Ja, want het is belangrijk voor je lichaam.”

Groen?

Dit vinden de kinderen een lastige. Maar bomen zijn groen, dus soms is de natuur groen.

Maar hoe zit het dan met groene energie?

“Volgens mij is energie blauw. Als je het zou kunnen zien.”

Volgens de meeste kinderen heeft het helemaal geen kleur want kan je het niet zien.

Voor volwassenen?

“Ik begreep niet waarom die ertussen stond.”

Iemand zegt: “Kinderen kijken op heel andere manier naar natuur. Bijvoorbeeld als speelplek.”

Vinden volwassenen het wel belangrijk genoeg?
De kinderen zijn het eens: voor kinderen is het belangrijker.
Wie is verantwoordelijk voor de natuur?
Unisono klinkt het : iedereen!

Evaluatie

Hoe was dit gesprek anders dan hoe jullie normaal met de Kinderraad dingen bespreken?

“Nu werd er veel meer doorgevraagd over dingen. We gingen dieper op dingen in.”

Een jongen vult aan: “Bij de raad zijn het meer feiten en dit was meer meningen en je gaat veel beter nadenken over dingen.”

Een meisje formuleert een mooie afsluiter: “Even leuk nadenken was dit!”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *